Ik had er van tevoren eigenlijk onvoldoende bij stilgestaan: wat was het voor Riëtte allemaal indrukwekkend in en rond Goma. Verkeer, klimaat, geluiden, geuren, chaos, armoede, ik probeerde het te beschrijven, maar je moet het meemaken om het te snappen.

De vorige keer vertelde ik van haar bezoek aan de plek waar ik werk en van onze aanwezigheid bij de laatste schooldag op het Maranatha-complex. Na een rustige zondag met een luxe lunch werd maandag by far de indrukwekkendste dag van de week. Samen met drie collega’s gingen we langs bij twee vluchtelingenkampen waar Medair aan het werk is.

Eerst gaat het naar kamp Mudja waar ongeveer 15.000 ontheemden wonen en waar Medair een medische post heeft opgezet, inclusief een kraamafdeling. Als we buiten Goma zijn, gaan verharde wegen over in onverharde paden. En nog iets verder gaan de paden over in lavastenen sporen die harder zijn dan hard. Als passagier moet je je schrap zetten en je ergens aan vastklampen om niet al te verfrommeld en binnenstebuiten geschud aan te komen.
In Mudja krijgen we een rondleiding. In de halfopen ontvangsttent worden patiënten en patiëntjes geregistreerd, zo nodig gewogen en in geval van een mogelijke Mpox-besmetting direct apart gezet. Verder is er een behandelhokje, een apotheek en een met plaatwerk kunstig in elkaar gezette ruimte waar een paar bedden staan, voor als patiënten er moeten blijven. Het kraamgedeelte is eveneens eenvoudig en bestaat uit drie ruimtes: voorafgaande aan, tijdens en na de bevalling. Een paar jonge moeders lachen ons toe. Ze zijn zichtbaar blij en opgelucht.

We lopen een paar honderd meter het kamp in en vormen overduidelijk een bezienswaardigheid. Kinderen verzamelen zich om ons heen om ons van dichtbij te bekijken. Verder is er niet al te veel bedrijvigheid. Mensen met gele jerrycans staan in de rij bij een waterpunt. Anderen zitten voor hun tenten. Ellendig hoor, wat moet je in vredesnaam de hele dag doen?

In Bushagara ziet het er een stuk beter uit, als ik me in die woorden mag uitdrukken. We zien stalletjes met wat fruit, groente, plastic slippers, kleding. Het kamp bestaat al wat langer en er ontstaat een vorm van ondernemerschap.

Ook hier maken we een wandeling. Er verblijven hier ongeveer 30.000 mensen. Bij veel tenten zien we piepkleine ‘volkstuintjes’ waar de vluchtelingen wat te eten kunnen kweken. Indrukwekkend is ook de veerkracht van de mensen! Dit kamp lijkt al meer op een dorp en op zich is dat een goed teken. Maar nog mooier zou het zijn, als de mensen kunnen terugkeren naar hun eigen, echte dorpen die ze noodgedwongen hebben moeten verlaten.

Reageren op de blogs via de site gaat vaak niet goed. Een ‘gewoon’ mailtje of appje kan eventueel natuurlijk ook.
Plaats een reactie