In de vroege morgen naar Schiphol, een dag in een vliegtuig naar Kigali, hoofdstad van Rwanda, in de late avond naar een hotel en de volgende ochtend met taxi Peter in een halve dag over de weg naar de grens met Congo. En na enig gebruikelijk heen en weer papiergedoe sluit ik mijn stoere echtgenote in de armen. Ze is er! Fijn dat ze gedurende een week in Goma beeld en geluid kan krijgen bij alle verhalen.
Het programma is beperkt, maar dat wisten we. Bij elkaar zijn en indrukken opdoen, daar gaat het om. De middag na aankomst doen we rustig aan. Ik werk nog wat vanuit het appartement en zij pakt de koffer uit. Er komen wat gezellige kerstspulletjes uit, papieren sterren en lampjes. Ook schuiven we op haar initiatief nog wat met de inrichting: de vrouwelijke touch is al snel weer aanwezig.
De mama’s zijn overenthousiast. Ze hebben de afgelopen dagen een grote voorraad eetbaars in het appartement gezet: veel (te veel) fruit, koffie, thee, blikgroenten, vis, pasta, ketchup, olijfolie, meel, drie 20 liter-cans met drinkwater en een pot mosterd. Maar ook schuursponsjes, afwasmiddel, papieren servetten, vuilniszakken en toiletpapier. Hoe zo, denk ik nog, maar de verklaring is eenvoudig: dat is nodig als er een vrouw in huis is! Ik vermoed dat ik het overgrote deel ervan binnenkort onverrichterzake, onder dankzegging zal retourneren.
De volgende dag gaat Riëtte mee naar het werk. Bijna alle medewerkers, en dat zijn er meer dan 100, zijn op de hoogte. ‘Papa Jan, wanneer komt mama’? Is ‘la prémière dame’ al onderweg? We gaan, kruip door – sluip door, alle bureaus langs en maken een grote voorstelronde. We vinden voor haar een bureautje in een ‘Congolese kantoorjungle’. Daarna loggen we in en gaan aan het werk. Goma, Oegstgeest, digitale afstanden zijn er niet zolang de wifi het doet.
De beelden en geluiden van de zaterdag zijn bijzonder. Collega Mwaka haalt ons op voor een bezoek aan het schoolproject Maranatha dat hij een jaar of 5 geleden heeft opgezet. We zijn uitgenodigd op de laatste schoolochtend van het jaar. Toen ik van het project hoorde, heb ik enige familieleden en goede vrienden benaderd om een geldbedrag te doneren. Dankzij hen kan ik een prachtig bedrag overhandigen. We rijden naar de rand van Goma en hobbelen in Mwaka’s bejaarde autootje over een pad van lava stenen. In dit buitengebied zie je het arme, plattelandsleven. Mensen wonen in kleine, geïmproviseerde onderkomens en leven van wat maniokwortel, groente en fruit. We worden door de schooldirecteur begroet en er klinkt luid gezang. De inmiddels ongeveer 180 leerlingen, verdeeld over 6 klassen, hebben samen met de leerkrachten een heel programma voorbereid. Ook zijn ouders uitgenodigd, ik tel er een kleine 50. Het komt goed uit dat we juist nu bij dit eindejaarsfeest kunnen aansluiten. Er is een koortje, er zijn voordrachten, een jongetje moet een heus dictee correct op een ouderwets schoolbord kalken, we zijn getuigen van een Congolese vorm van ‘koekhappen’ en er is een quiz (4 meisjes tegen 4 jongens). Ook ik krijg een microfoon in handen gedrukt. Mwaka had mij gevraagd om diplomatiek te blijven en geen bedragen te noemen. Ouders zouden kunnen denken dat hun verplichte bijdragen niet meer nodig zijn. Vervolgens begint de zogenaamde proclamatie. Te beginnen bij de oudste groep, roept de klasse-onderwijzer in Swahili de 5 best-geslaagden van afgelopen trimester naar voren. Ze worden met applaus begroet en uitgebreid gefeliciteerd. Ik begrijp dat alle klasgenootjes bij naam worden genoemd, ook degenen die het trimester niet hebben gehaald. Je vraagt je af wat dat met die kinderen doet. Bij de een na oudste groep blijken de 5 besten van de klas allen meisjes te zijn. Ik zie ouders naar voren komen om hun ‘top 5 kinderen’ iets in de hand te frommelen. Snoepjes, denk ik. Aandoenlijk gewoon, om daarmee jouw trots voor je kind tot uitdrukking te brengen. Als alle klassen geweest zijn, neemt Mwaka de microfoon. Hij vertaalt de Swahili woorden voor ons in het Frans. ‘Het is niet erg als je het trimester niet gehaald hebt hoor. Ik begrijp heel goed dat er redenen voor kunnen zijn. Misschien moet je iedere dag wel heel ver lopen en ben je moe als je op school aankomt. Misschien heb je dan nog niets gegeten. Het kan ook zijn dat je veel ziek bent geweest, of dat je vader en moeder ruzie maken. Doe maar goed je best, er is nog tijd genoeg om het in te halen. Voor deze kinderen geen beelden en geluiden op een smart-schoolbord, iPhone of tablet. Overigens is daar feitelijk niet zo heel veel mis mee: in mijn schooltijd was dat er ook niet. Maar ik hoop voor die kinderen natuurlijk wel dat ook op dat gebied inhaalslagen in Congo mogelijk zullen zijn.
We hotsen botsen terug naar Goma en worden bij Mwaka hartelijk uitgenodigd voor de lunch. Wat een bijzondere ervaringen maken we nu ook samen mee.



Geef een reactie op Maarten en Annelies Reactie annuleren