Geloof het of niet, maar ik moet bij mijn humanitaire werk eigenlijk best veel weten van diverse onlineprogramma’s, data-analyse oplossingen, spreadsheetsoftware, Grant Management Systemen, Communicatie- en samenwerkingsplatformen, financiële en logistieke applicaties en noem maar op. Beste lezer, mocht je na deze introductie al willen afhaken – dat geeft helemaal niets – scrol dan vooral door naar het tweede deel van de blog. In lijn met de blogtitel gaat het daarin namelijk niet meer over computers, maar over ‘taal’.
Daar zijn natuurlijk allereerst de heel gewone e-mails. Dat mag uiteraard voor onze generatie en voor iedereen na ons geen probleem vormen. Maar bij Medair hebben we afgesproken om alle interne communicatie te laten verlopen via MS-Teams. In de Covid-tijd zijn we de online vergaderingen via dit platform gaan organiseren. Maar ongetwijfeld weten jullie dat er een hele wereld achter schuilgaat. Alle documenten worden er keurig in (sub) (sub) mappen bewaard, gespreksgroepen worden aangemaakt, individuen getagd, vergaderverslagen gedeeld, inclusief actiepunten voor de deelnemers, you name it. Ik moet eerlijk bekennen dat het even heeft geduurd voordat ik scherp had waar ik alles moest vinden en hoe ik door de grote hoeveelheid bomen ook het bos nog enigszins in de gaten kon houden. Uiteraard hebben we daarnaast op onze telefoons een fiks aantal app-groepen gecreëerd die je goed moet blijven volgen. Enfin, de interne communicatie is inmiddels in de hand, zou je zeggen.
Maar daarmee ben je er nog niet, wat zeg ik, nog lang niet! Om allerlei formele documenten na te slaan, procedures, handleidingen, handboeken, beleidsstukken en wat dies meer zij, heb je toegang nodig tot Medair Intranet. Daar vind je een e-library, een deel dat Portfolio heet, met daarin diverse financiële en logistieke wetenswaardigheden en processen. De maandelijkse labor-reports van alle werknemers worden daar ook ingevoerd. Ook moeten we Medair People niet vergeten met allerlei personele informatie, functioneringsgesprekken, persoonlijke doelstellingen en afspraken met de line manager. Ook te vinden op Portfolio: een e-learning ruimte met diverse onlinecursussen en de Medair Website. Om te communiceren met de Fonds Humanitaire -geldschieter, zijn we verplicht in te loggen op OneGMS. Daar uploaden we de tussentijdse en eindrapportages en ontvangen we richtlijnen en op- of aanmerkingen.
Me dunkt, met al deze digitale informatie moet je toch een eind kunnen komen? Klopt, maar ga er nog maar even voor zitten. Zo heb ik het nodig om regelmatig in te loggen op Qlik, een Excel-achtige omgeving waar we een grote hoeveelheid data kunnen analyseren, bijvoorbeeld hoeveel kinderen (jongens en meisjes) onder de 5 jaar hebben op welke locatie, wanneer, welke hoeveelheid bijvoeding ontvangen? En is dat in lijn met de vooraf opgestelde doelstellingen? Een ander online platform heet Medex. Als er spullen moeten worden aangeschaft, is een PDF nodig, een Payment Disbursement Formdat digitaal ter tekening wordt aangeboden. Ook aanschafopdrachten, facturen, onderliggende financiële documenten en meer worden in Medex ingevoerd. Van mij wordt vervolgens verwacht dat ik de documenten die bij ‘mijn project’ horen op correcte wijze controleer, teken en verder afhandel. Om op de hoogte te blijven van de veiligheid in de provincie, heb ik de INSO-app op mijn telefoon. Daar komen alle veiligheidsincidenten op binnen: waar en wanneer is er wat gebeurd, wie vecht er met wie en hoeveel slachtoffers zijn er gevallen? Afhankelijk van de locatie moeten we actie ondernemen: onze mensen in het veld waarschuwen, of opdracht geven om te verplaatsen.
Ik had vooraf niet kunnen bevroeden dat voor al die digitale uitdagingen competenties nodig zijn, die zich voor een belangrijk deel buiten mijn comfort zone bevinden. Maar goed, we weten dat men al doende leert en gelukkig verloopt het bij mij net zo. Het enige probleem bij dit alles: regelmatig valt de stroom uit en daarmee de toegang tot al die moderniteiten.
Omdat ik het wel even genoeg vind om te schrijven over de rebellengroepen en de voortdurende gevechten, wil ik in deze en de komende blogs graag aandacht besteden aan algemene wetenswaardigheden over land en volk.
De Democratische Republiek Congo is ook bekend als de DRC, de DR Congo of informeel Congo-Kinshasa (om het te onderscheiden van buurland Republiek Congo, de “Congo-Brazzaville”). Het is met rond de 110 miljoen inwoners het op drie na meest bevolkte land van Afrika (na Nigeria, Ethiopië en Egypte).
Qua oppervlakte is de DRC na Algerije het grootste land van Afrika. Het noorden van het land is een van de grootste gebieden met equatoriaal bos ter wereld, het oosten van het land grenst aan de grote Oost-Afrikaanse kloof, een domein van bergen, heuvels, Grote Meren maar ook vulkanen. Het zuiden en midden, het domein van beboste savannes, vormen een hoog plateau dat rijk is aan mineralen. In het uiterste westen, zo’n dertig kilometer ten noorden van de monding van de Congorivier ligt een kustlijn aan de Atlantische Oceaan. Het land heeft 9 buurlanden: Angola, de Republiek Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Zuid-Soedan, Oeganda, Rwanda, Burundi, Tanzania en Zambia.
En in aansluiting op de titel van deze blog het volgende. DRC is het grootste Franstalige land van de wereld. Naast het Frans zijn er 4 officiële talen: Kikongo, een soort creools, Lingala (een taal die zijn moderne vorm kreeg in de koloniale periode, met de druk van missionarissen om een lokale lingua franca te standaardiseren en te onderwijzen) en de Bantutalen Swahili en Tshiluba. Bovendien worden er, schrik niet, meer dan 200 overige talen gesproken in Congo. Frans is de officiële taal van het land sinds de koloniale periode onder Belgisch bewind. Het Frans is sinds de onafhankelijkheid de officiële taal gebleven omdat het veel wordt gesproken in hoofdstad Kinshasa. Volgens een rapport van de Internationale Organisatie van de Francophonie kan de helft van de bevolking Frans lezen en schrijven.En volgens een onderzoek uit 2021 was Frans de meest gesproken taal in het land: in totaal gaf 74% van de Congolezen aan Frans als communicatietaal te gebruiken. Ook wordt gerapporteerd dat Frans door ongeveer 12% van de DRC als moedertaal wordt gesproken.
Een best bijzondere wetenswaardigheid vind ik het volgende. Nederlands / Vlaams was de historische tweede taal van de Congostaat van 1885 tot 1908 en van Belgisch Congo van 1908 tot 1960, en gedurende deze periode waren de archieven tweetalig Frans en Nederlands. De overgrote meerderheid van de katholieke missionarissen, priesters en nonnen die naar Congo werden gestuurd was Vlaams. De Vlamingen gaven er de voorkeur aan om les te geven in de inheemse talen van Congo, in tegenstelling tot de Franstaligen die niet aarzelden om hun taal te onderwijzen
Nederlands was vanaf 1961 niet langer een officiële taal en het onderwijs ervan werd in 1970 volledig stopgezet. In februari 2014 gaf de Nederlandse Ambassade in Kinshasa aan dat er ongeveer 420.000 Nederlandstaligen van alle leeftijden in de DRC waren, verspreid over het grondgebied, met zeer geïsoleerde groepen.
Geef een reactie op dostkwakman Reactie annuleren