Af en toe hoor ik jullie denken: hoe zou het met de veiligheid zijn in Goma? Je leest regelmatig over gevechten, doden, mensen op de vlucht, rebellen, M23, maar ook vulkanen, onveiligheid in het verkeer, MonkeyPox en andere nare ziektes, criminaliteit, corrupte agenten, gewapende en onder invloed verkerende militairen (en in die combinatie best gevaarlijk) en meer. Ik vertel jullie er in deze blog graag wat meer over en by the way: alle elementen die ik noemde, maken dat we hier goed moeten opletten, want het gevaar komt van alle kanten.

Hierboven zie je het ‘ziekenhuis’ met de 4 isolatietenten waarin MPox slachtoffers worden verzorgd. Rechts een deel van de nieuwe bedden die net zijn geleverd.
Ik kan jullie geen foto’s laten zien van de politiemensen die willekeurig weggebruikers aanhouden en bedreigen. Als er iets niet in orde wordt bevonden (en dat is al heel snel het geval), kun je direct afrekenen. Agenten worden nauwelijks betaald, dus scharrelen ze hun inkomen op deze manier wel bij elkaar. Ook geen foto’s van de vele voertuigen met militairen, de luid toeterende pic-ups met huurlingen (waar ik graag even voor aan de kant ga staan, als ik onze Medair-Toyota bestuur). Ook kan ik geen beeld laten zien van de drie militairen die ik deze week zag, terwijl ze een brommer meenamen van een hevig protesterende en terugvechtende jongeman. Officieel mogen de brommers na 18.00 uur – dan wordt het hier iedere dag van het jaar snel donker – de weg niet meer op. De militairen vinden in dat soort gevallen dat ze ook voor agent mogen spelen… Waarom ik geen foto’s maak? Omdat het ten strengste verboden wordt door Medair en ik een groot probleem heb als ik het toch zou doen, niet zozeer met Medair, maar je kunt in een Congolese gevangenis terechtkomen en daar wil je liever niet zijn, althans ik niet. Een foto van waar ik werk dan maar en eentje van waar ik woon!


En dan de doorlopende gevechten tussen rebellengroepen en leger. In Oost-Congo opereren meer dan 150 gewapende groepen! Ik heb een app op mijn telefoon van INSO, de International NGO Safety Organisation, overigens met het hoofdkantoor in Den Haag. Ze kunnen korte tijd na een incident een melding versturen binnen het netwerk van hulporganisaties. Ik lees dan wat er waar is gebeurd en wat INSO ons adviseert te doen of te laten. Dat werkt goed. Dichter dan een kilometer of 8 van mijn woonruimte is er nog niet gevochten, maar veel dichter hoeft van mij eigenlijk ook niet. Een paar weken geleden hoorden we dat de gevechten wel erg dicht bij een door Medair bemenste ziekenpost kwamen. We hebben toen besloten dat ze de locatie snel moesten verlaten en zich bij een post in veiliger gebied moesten melden. En dat is nu precies ons dilemma: de balans zien te vinden tussen enerzijds de aanwezigheid bij kwetsbare groepen mensen in onveilige gebieden en anderzijds de veiligheidsrisico’s voor onze werknemers.
Begin deze week was er een incident in Goma waar vier collega’s bij betrokken waren. Ze reden in de Landcruiser door de stad en vlak naast de auto botsten twee brommers op elkaar. Een van de bestuurders kwam half onder onze Toyota terecht, maar de schade bleef gelukkig beperkt. Maar toen gebeurde het. Binnen no time hadden zich tientallen omstanders verzameld, werden snel grote stenen voor de wielen gelegd en werd er luid geschreeuwd dat ze onze auto in de brand wilden steken en onze mensen erbij! De lokale, Swahili sprekende chauffeur bleef kalm, stapte uit, wist mijn 2 blanke collega’s snel bij een politiebureautje aan de kant van de weg in veiligheid te brengen (dat dan weer wel…) en een andere Congolese collega bracht de gemoederen tot bedaren door te zeggen dat ze er niet direct vandoor zouden gaan en ze het bloedende slachtoffer natuurlijk wel naar het ziekenhuis wilden brengen. De schrik zat er goed in bij mijn collega’s. Onze auto is in beslag genomen (terwijl we er eigenlijk helemaal niets mee te maken hadden) en onze mensen zijn door een andere chauffeur opgehaald. Dat kan je dus zomaar overkomen.
Voor de nieuwe Blog-lezers: ik probeer naast mijn belevenissen ook de recentere geschiedenis van Congo te beschrijven om een beetje te snappen hoe dat verleden het heden heeft beïnvloed. Eerst ging het over de verschrikkelijke koloniale tijd, toen over de problemen om op eigen benen te staan, Mobutu met zijn wanbeleid, de vele rijkdommen en daardoor altijd maar die buitenlanden die een graantje mee willen pikken! En toen kwam Laurent-Désiré Kabila. Hij was het die Mobutu in 1997 van de troon stootte. Hij is in die tijd een forsgebouwde, zeg maar gerust veel te dikke, best vriendelijke, bedachtzame man, naar eigen zeggen een christelijke geheelonthouder en vader van zes kinderen. Hij wordt geboren in 1939 in de koperprovincie Katanga. Zijn familie behoort tot de Baluba, een relatief welgesteld en door de Belgische overheersers bevoorrecht volk. Hij doorloopt de middelbare school, studeert filosofie in Parijs, wordt een overtuigd marxist en keert in 1960 hoopvol terug als Zaïre onafhankelijk wordt. In 1965 start hij een gewapende strijd in Oost-Zaïre, de Simba-opstand, maar deze mislukt. Vervolgens begint hij goud te smokkelen en tropisch hout en ook baat hij een bar en een bordeel uit in Tanzania. Dan richt hij de Revolutionaire Volkspartij (PRP) op en voert hij achttien jaar lang strijd tegen het bewind van Mobutu. In 1984 wordt de PRP door het Zaïrese leger verdreven en verdwijnt Kabila van het toneel, in de jungle. Naar het schijnt voorziet hij in zijn onderhoud met de verkoop en smokkel van wapens en diamanten. Twaalf jaar lang wordt er niets van hem vernomen. Daardoor is hij in veel opzichten een onbekende gebleven, ook voor de bevolking die hem later als bevrijder zou inhalen. Kabila heeft veel te danken aan de Oegandese president Yoweri Museveni en de latere president van Rwanda, Paul Kagame. Door de Rwandese campagne van Kagame in 1994 bij te wonen, leert Kabila diens succesvolle infiltratietechnieken die hij met succes in Zaïre toepast. In november 1996 staat Kabila nog praktisch alleen, in januari 1997 is hij opeens de leider van een oprukkende guerrillamacht. Kabila en zijn mensen worden gedreven door verontwaardiging over de verloedering van Zaïre; het zijn felle nationalisten. Kabila is een man die zich laat omringen door Amerikaanse zakenlieden van Zaïrese afkomst. Maar hij is ook een Trojaans paard, geleid door Rwanda en Oeganda, die alleen maar uit is op macht. Een VN-rapporteur stelt later vast dat Kabila met zijn beweging op weg naar de hoofdstad veertig massamoorden heeft gepleegd. De slachtoffers zijn voornamelijk Hutu-vluchtelingen uit Rwanda.
Geef een reactie op awesstra Reactie annuleren