BLOG 16 | Ons dagelijks brood

Mijn wekelijkse uitje op de zaterdagmorgen is boodschappen doen. Een Medair chauffeur brengt mij eerst even naar de marché des fruit et légumes. Niet dat ik daar veel fruit en groente koop, maar vooral omdat mijn vaste geldwisselaarster bij de ingang zit. Als ze mij ziet, komt ze op me af met een enorme stapel…

Mijn wekelijkse uitje op de zaterdagmorgen is boodschappen doen. Een Medair chauffeur brengt mij eerst even naar de marché des fruit et légumes. Niet dat ik daar veel fruit en groente koop, maar vooral omdat mijn vaste geldwisselaarster bij de ingang zit. Als ze mij ziet, komt ze op me af met een enorme stapel Congolese bankbiljetten, zorgvuldig samengestelde pakketjes van 28000 frank, de waarde van 10 Amerikaanse dollars. Die dollars haal ik uit een van de schaarse geldautomaten in Goma. Hoewel ik in de supermarkt met dollars kan betalen, vind ik het wel handig om ook wat lokaal geld bij me te hebben en deze keer wissel ik 40 USD. Ik koop toch maar even een grote, rijpe ananas voor 2000 frank (75 dollarcent). Bij een half golfplaten, half bordkartonnen winkeltje koop ik een pak met 12 flesjes Cola zero, voor 8000 frank, nog geen 3 dollar. Het valt niet mee om je geld kwijt te raken. Ik betaal en rond naar boven af.

Vervolgens stoppen we bij de Kin-marché, een niet al te grote supermarkt. De chauffeur blijft in de auto zitten en ik stap uit en loop de winkel binnen. Ik krijg geen kans om zelf een mandje te pakken. Als er een blanke zoals ik de zaak binnenloopt, voel je, vervelend genoeg, dat het personeel geld ruikt. Een van de bediendes wil met mij meelopen om het mandje voor me te dragen, maar ik vind dat ongemakkelijk en bedank vriendelijk. Toch weet ik dat veel mensen op die manier hun inkomen bij elkaar proberen te scharrelen. Ik pak een paar flesjes Tembo bier, wat gedroogde worstjes en 2 van die kartonnen kokers met chips voor bij de borrel. Kom, laat ik eens gek doen: ook nog wat chocola, muffins voor bij de koffie en 2 flesjes yoghurt. Bij de kassa aangekomen, krijg ik weer dat onbehagelijke gevoel als mij voorrang wordt verleend en een lokale klant opzij wordt geschoven. Het lukt niet altijd om die wat mij betreft onnodige, onverdiende en ook behoorlijk gênante privileges af te slaan. Ik mag mijn boodschappen niet zelf uit het mandje halen, weer een andere medewerker doet de spullen in een tasje en loopt mee naar de auto. Elk ‘tussenstation’ beloon ik meestal met een briefje van 1000. Als ik instap word ik belaagd door bedelaars van alle leeftijden. Soms frommel ik iemand iets toe, vaak ook niet. Waar begint het en waar houdt het op?

Verhalen over eten deze keer. Eerst over de voeding die we vanuit de noodhulp aan vluchtelingen en andere hulpbehoevenden verstrekken. Zoals ik eerder vertelde hebben we momenteel te maken met een epidemie van Mpox. Gelukkig blijft het binnen de perken. Zowel de patiënten als de begeleiders krijgen 3 maaltijden per dag van ons. Over die begeleiders (vaak de moeders) gesproken: er is bepaald dat kinderen met Mpox, in de leeftijd van 10 jaar of jonger, begeleid mogen worden, maar verder niet. Stel je voor: een kind van 11 wordt met deze regel niet meer als kind gezien en mag in de isolatie niet door zijn of haar moeder worden vergezeld. Zo zijn de regels, maar ik vind dat wel erg jongvolwassen! Er is de afgelopen weken veel eten geleverd via een door Medair gecontracteerd restaurant, maar inmiddels zijn de kosten behoorlijk opgelopen. Je gaat haast denken dat het voor sommige vluchtelingen niet zo heel verkeerd uitkomt om besmet te zijn, want 3 maaltijden per dag is naar de gegeven omstandigheden pure luxe. Het heeft er eerst toe geleid dat we de lichtere gevallen uit het ziekenhuis hebben ontslagen en met een hygiëne kit onder de arm naar hun onderkomens hebben teruggestuurd. Nu worden alleen de meer ernstige patiënten in de isolatie behandeld.  Vervolgens is afgelopen week besloten om een soort van veldkeuken in het ziekenhuis op te zetten, waar de maaltijden voor de Mpox-patienten ter plekke kunnen worden bereid. Het is goedkoper en geeft meer flexibiliteit. En het restaurant is inmiddels bedankt voor de bewezen diensten…

Voor ondervoede kinderen onder de 5 jaar wordt het product Plumpy’Nut verstrekt. Misschien kennen jullie dat. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit van gehoord. Plumpy’Nut is een pasta op basis van pinda’s en zit in kleine pakjes. Het werd ruim 20 jaar geleden ontwikkeld en is ongekoeld twee jaar houdbaar. De verrijkte pindakaasachtige pasta bevat vetten, voedingsvezels, koolhydraten, eiwitten, vitamines en mineralen. Bij ernstige ondervoeding ondersteunt het een snelle gewichtstoename. Ook schijnt het geen effect te hebben op allergieën. Toch mooi dat dit soort producten bestaat!

En dan de Congolese keuken. Het belangrijkste product is cassave, ook wel maniok genoemd. De cassave is van oorsprong een savanneplant uit Zuid-Amerika en kan op heel arme gronden groeien. Er leven in de tropische ontwikkelingslanden honderden miljoenen mensen voor een groot deel van de cassave. De wereldproductie bedroeg 303 miljoen ton in 2020. Nadeel is dat cassave er vooral voor zorgt dat je maag wordt gevuld; veel vitamine bevat het niet. De cassave wordt gebruikt om fufu van te maken, een vaste brij die vaak met mais wordt gemengd. De fufu wordt in grote ballen bij gekruide soep of saus geserveerd. Het is de bedoeling dat je de fufu met de vingers van je rechterhand tot kleine balletjes kneedt, in de saus doopt en dan opeet. In Congo worden naast de wortel ook de bladeren van de cassaveplant bereid. Het gerecht heet pondu en smaakt als spinazie. Wat ik hier vaak eet zijn bakbananen, of plantain. Die bananen worden beschouwd als groente en we eten ze gebakken of gekookt, samen met fufu, rijst of ook wel aardappelen. Erg lekker moet ik zeggen. En verder zijn er vruchten te kust en te keur: gewone banaan, mango, watermeloen, papaya, ananas, noem maar op. De mama’s zorgen dagelijks voor een prima maaltijd, alhoewel het eventuele vlees soms wel veel van mijn kaken en tanden vergt. Maar je kunt ook niet alles hebben!

Vorige week lazen we dat de eerste jaren van het presidentschap van Joseph Kabila best veelbelovend waren. Diverse verdragen werden ondertekend en het leek erop dat de gevechten ten einde zouden komen. Op 30 juli 2006 werden voor het eerst in zestig jaar democratische verkiezingen in het land georganiseerd. Na een tweede stemronde werd Joseph Kabila gekozen, die daarmee aan een nieuwe termijn begon.

Maar met de vredesverdragen ontstonden weer nieuwe problemen die ik overigens van nabij heb kunnen volgen toen ik in 2009 een half jaar in Kinshasa was voor een Europese Unie missie. Die problemen hadden vooral te maken met de integratie van de ex-rebellen in het Congolese leger. Ik hoop daar volgende keer wat meer over te vertellen.

Tags:

Reactie op “BLOG 16 | Ons dagelijks brood”

  1. gertschalen

    Gert Schalen

    Like

Plaats een reactie